De Geit

De geit

Klik hier voor foto’s van onze geiten

Waar komt de geit vandaan?
Het schaap en de geit zijn waarschijnlijk de oudste landbouwhuisdieren. Het zijn van oorsprong bergbewoners en ook nu nog leven de meeste wilde geiten in vaak onherbergzame bergachtige gebieden. Ze zijn ongeveer 11.000 jaar geleden gedomesticeerd (tam gemaakt). In Noord-Europa waren geiten van minder belang dan in het Middellandse zeegebied. In Zwitserland was de geit wel van betekenis. Onze geitenrassen stammen oorspronkelijk van deze Zwitserse rassen af.

De aard van het beestje
Rustig omgaan met geiten is erg belangrijk. Om een geit te vangen moet je nooit achter het dier aanrennen. Beter is het om de geit te lokken met wat brokjes speciaal voer. Ze kunnen erg eigenwijs en opdringerig zijn. Vooral als er gevoerd wordt.

De verzorging en huisvesting
Geiten moeten de beschikking hebben over een weide of een verharde uitloop en een stal. Voor dwerggeiten voldoet een schuilhut. De afrastering moet stevig zijn, want ze zijn meesters in ontsnappen. Geiten zijn groepsdieren en moeten daarom samen gehouden worden. Eén geit doet het niet goed. Omdat er een onderlinge rangorde is moet ieder dier kunnen uitwijken. Daarom is het belangrijk de stalruimte niet te klein te houden. Ongeveer 2m2 per dier. De stal moet droog en tochtvrij zijn met een bodembedekking van stro. Een regelmatige klauwverzorging is noodzakelijk om kreupelheid te voorkomen. Klauwverzorging betekent dat men de hoef (klauw) van de geit nakijkt en eventueel overtollig hoef wegsnijdt (net als nagels knippen).

De voeding
Het menu van geiten bestaat vooral uit gras en andere plantaardige stoffen (ruwvoer). Dit plantaardig voer is voor de mens slecht te verteren. Maar een herkauwer (zoals koeien, schapen en geiten) zet in zijn magen (ze hebben er 4) het gras en andere voor de mens oneetbare producten om in waardevolle producten als vlees en melk. Ruwvoer is bovendien erg belangrijk voor de werking van de grootste maag van een herkauwer, de pens. Daarnaast krijgen geiten ook een aantal andere producten die of uit de voedermiddelenindustrie komen of speciaal voor dit doel worden gekweekt (pulp, snijmais). Aanvullend voer zoals wortelen en appels kunnen ook worden gegeven. In de stal kan een zoutliksteen worden opgehangen. Als de geiten hieraan likken krijgen ze extra vitamines en mineralen binnen. Verder moet er altijd vers drinkwater aanwezig zijn.

De voortplanting
Geiten worden “bronstig” in het najaar. Dit is de periode dat de geiten door de bok (mannetje) bevrucht kunnen worden. Daardoor worden de jongen in het voorjaar geboren, wat de meest gunstige periode is voor jonge dieren. De draagtijd is gemiddeld 150 dagen en meestal krijgt een geit 2 lammetjes. Al vrij snel na de geboorte kunnen de lammetjes staan en een beetje lopen (nestvlieders). Meteen na de geboorte van haar jong en soms al een paar dagen daarvoor stroomt de uier van de geit vol en zal ze melk gaan geven. Deze melk zal over het algemeen de eerste 8 weken voor de lammeren zijn, daarna worden deze afgespeend (bij de moeder weg gehaald) en kunnen de moederdieren gemolken worden. De melk wordt dan gebruikt voor menselijke consumptie. De periode dat het dier melk geeft noemen we de lactatieperiode. De lactatieperiode van een geit kan hooguit 10 maanden zijn. Tenminste 2 maanden voor de verwachte werpdatum moet er gestopt worden met melken. Het dier heeft dan de energie nodig voor de groei van de lammeren in de baarmoeder. Deze tijd noemen we de droogstand. Het is ook afhankelijk van de conditie van het dier hoe lang er doorgemolken kan worden.

De leeftijd
Een geit kan 15 jaar oud worden

Namen van dieren

Mannetje = bok
Vrouwtje = geit
Jong = lam

Draagtijd
150 dagen

Gewicht bij volwassenheid
Grote geit: 70 kilo Dwerggeit: 35 kilo

Gebruik
Geiten worden gehouden om het vlees, de melk en de vacht of de huid, maar natuurlijk ook gewoon als gezelschapsdier.

Omgaan met de geit/lopen met de geit
Je kan een geit heel goed leren om aan een riem mee te lopen.